Het Amsterdamse bedrijf HVA (Handels Vereniging Amsterdam) was voor de Tweede Wereldoorlog een van de grootste agrarische bedrijven ter wereld. Ze beheerden in Ned. Indië plantages met fabrieken en hadden meer dan 150.000 personeelsleden in dienst. Echter in 1957 werden alle zaken door Soekarno zonder een reële vergoeding genationaliseerd. De HVA zocht andere mogelijkheden en vond die in Ethiopië. Daar werden drie grote suikerfabrieken gerealiseerd. Belangrijk was hierbij de goede relatie tussen ons koningshuis en keizer Haile Selassie, nazaat? van koning Salomon, bekend uit de bijbel. En de geschiedenis herhaalde zich.
Dat waren Wonji 1954, Sjoa (Shoa) 1962 en Metahara 1969. De HVA werd hiermee de grootste investeerder in Ethiopië. Voor de bouw moest alles worden ingevoerd, moerassen werden drooggelegd, ziektes bestreden, wegen en woningen gebouwd. In 1974 werd er 130.000 ton suiker geproduceerd en waren 30.000 gezinnen van de fabrieken afhankelijk. Wonji ligt 80 km ten zuidoosten van de hoofdstad Addis Abeba, Sjoa 110 km ten zuidoosten en Metahara ligt 130 ten oosten ervan.
Schakelbord Heemaf (Wonji).
In de Tubantia van 1-12-2017 j.l. stond een leuk artikel dat mooi aansluit bij het artikel over de suikerfabrieken in Ethiopië. Willy Ahlers stuurde mij dit artikel.
In 1951 kreeg de HVA toestemming van de Ethiopische regering om op de Wonji vlakte een suikerfabriek te bouwen. Belangrijk was de Awashrivier die er langs stroomde. Veel problemen moesten worden overwonnen.
Uiteindelijk werd de de behoefte te vervullen. Daarom waren er direct al plannen een tweede fabriek te bouwen. Eind 1962 werd er een tweede fabriek Sjoa geopend, een bedrijf met totaal 600 hectare grond. Aan het welzijn van personeel en lokale krachten werd veel aandacht besteed. De suikerconsumptie groeide erg snel mede door de komst van een snoepjes fabriek. Opnieuw volgde een voor een derde fabriek nu met 11.000 hectare.
Alle materialen moesten worden aangevoerd. Gelukkig kon gebruik worden gemaakt van de spoorlijn van Addis Abeba naar Djibouti, een havenstad. Vanaf deze spoorlijn kwam een rangeerspoor tot aan de fabriek. Er dienden irrigatiewerken te komen voor het benodigde water vanuit de rivier Awash met vertakkingen zo’n 400 km lang. De capaciteit ging in de loop der jaren van 29.000 ton naar 65.000 ton suiker. Op 6 november opende keizer Haile Selassie 1 de fabriek.
Vanaf 1970 werden de aanwezige Nederlanders geleidelijk vervangen door Ethiopiërs dit onder druk van het land. Ze werden soms in Nederland opgeleid. Tussen 1970 en 1975 werd het steeds onrustiger in het land.
Begin jaren zeventig stortte de economie in en na een periode van lange droogte greep de hongersnood om zich heen. In 1974 voerden militairen een staatsgreep uit en namen Haile Selassie gevangen. Hij werd opgevolgd door militair Aman Andom. Toen hij in 1975 overleed, officieel aan de complicaties van een operatie, vermoedden velen moord. Pas in 1992 na de val van het Dergue regime werd zijn stoffelijk overschot teruggevonden. Van de Ethiopisch-orthodoxe Kerk kreeg hij in november 2000 een keizerlijke begrafenis in de kathedraal van Addis Abeba. In 1976 werden alle HVA suikerfabrieken in Ethiopië genationaliseerd.
Wonji
Op 20 maart 1954 werd de eerste suikerfabriek geopend in het bijzijn van de keizer. Ook al tijdens de bouw nam prins Bernhard er een kijkje. In 1952 verstrekt HVA een opdracht aan Heemaf voor een hulpcentrale met twee dieselaggregaten elk met een vermogen van 270 kVA, later aangevuld met een derde van 350 kVA. De complete installatie kreeg Stork in 1953 in opdracht. Daarbij was de hele licht- en krachtinstallatie verplicht Heemaf fabricaat. Wonji had een dagcapaciteit van 600 ton suikerriet per etmaal en op een eenvoudige wijze te verhogen tot 1200 ton. Gekozen was draaistroom 380 V bij 50 Hz. Twee stoomturbines voeden twee draaistroomgeneratoren 850 kVA, het schakelbord had negen panelen. Buiten campagnebedrijf werden hoofd- en hulpcentrale gekoppeld. In de fabriek zorgden 125 ska motoren voor de aandrijving van de machines. Voor de bouw van de elektrische installatie waren er gedurende één jaar Heemaf monteurs aanwezig.
De Wonjivlakte was al een kleine stad met werk voor meer dan 3000 vaste krachten. Er waren 17 dorpen met huizen met water, toilet een douche. Dankzij de inspanningen van de medische dienst was het gebied nagenoeg malariamug vrij.
600 KW Stork tegendrukturbine met generator van de Heemaf (Wonji 1954)
Diverse interieuropnames gemaakt door dhr. Stork (1954)
600 KW Stork tegendrukturbine met generator van de Heemaf (Wonji 1954)
Sjoa
Al gauw bleek dan Wonji de groeiende suikerconsumptie niet aan kon. Er kwamen plannen voor een tweede fabriek ter grootte van 600 hectare. Al gauw kwam de toestemming van de overheid en eind 1962 werd de fabriek geopend.
Metahara
In 1965 volgde de overeenkomst voor een derde suikerfabriek in Metahara.
De derde suikerfabriek werd op 6 november 1969 door de keizer geopend. De elektrische installaties waren in een open begroting ondergebracht. De bedrijfscentrale kende BBC turbogeneratoren totaal 4000 kVA. Buiten de campagne werd gebruik gemaakt van het plaatselijk aanwezige 15 kV net. Voor noodsituaties waren er nog twee dieselgeneratoren van 250 en 350 kVA
Opening Metahara met de keizer Haile Selassi
Suikerfabriek Metahara 1969 uit Holec Post 1970, bron: Holec Historisch Genootschap
In 1976 werden alle suikerfabrieken van de HVA in Ethiopië genationaliseerd door de toenmalige regering. Vandaag de dag draaien de meeste suikerfabrieken nog steeds met Stork turbines en Heemaf generatoren.
Binnenkort komen er nog 2 fotoalbums bij dit artikel te staan, dus houdt de website in de gaten !
Bron: HHG en Stork archief geheugenvannederland.nl
{jcomments off}
Comments powered by CComment