Sociale voorzieningen
In de papieren komen we in 1911 een gratificatie tegen voor de vereniging Belangen personeel van f 403,33. Op basis van de winst was dit bedrag in 1912 opgelopen tot f 1442,05. In 1914, na het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog, konden veel materialen uit het buitenland niet meer afgeleverd worden. Het gevolg dat er voor de werknemers een dreigende situatie ontstond voldoende werk te behouden. Er werd een fonds opgericht waarin werknemers 20% van hun loon in storten en het dubbele daarvan door het bedrijf. Daardoor werd een reserve van 60% van de totale loonsom opgebouwd. Maar tegen het einde van het jaar werd de situatie weer wat rustiger en wilden de werknemers hun geld teug zien. Het fonds werd daarom weer opgelost. In 1915/1916 zien we de oprichting van een vereniging voor kapitaalvorming voor werklieden. Naast deelname door de werklieden werd er door de directie een bedrag van 10.000 gulden voor dit fonds gereserveerd. In 1917 was er sprake van een Heemaf en Twentsch Centraal ziekenfonds, W. Willink was er vanaf 1919 voorzitter. Na de Eerste Wereldoorlog werd een ondersteuningsfonds opgericht. W. Willink was van alle fondsen die er ontstonden voorzitter. Dat waren de Afdelingskas, het Pensioenfonds voor Beambten, het Pensioenfonds voor Werklieden, het Spaarfonds voor Werklieden, het Spaarfonds voor Beambten en twee Ondersteuningsfondsen. Het ondersteuningsfonds werd in 1920 opgericht.
Nadat veel sociale voorzieningen centaal werden geregeld kende Heemaf ook nog andere regelingen. Daaronder waren oa geregeld de Pensioenfonds van beambten van Heemaf, het spaarfonds der vrouwelijke beambten van Heemaf en het pensioenfonds der vrouwelijke beambten van Heemaf. Daarnaast waren er:
- Aanvullend ziekenfonds (verplicht)
- Invaliditeitsregeling (verplicht)
- Collectieve ziektekostenverzekering (verplicht)
- Studiefonds
- Onderlinge hulp (verplicht)
Vakopleidingen
Heemaf had al vanaf 1923 in navolging van Stork een fabrieksschool. Jongelui met een diploma in het technisch onderwijs konden een tweejarige opleiding volgen tot machinebankwerker, frezer, stempelmaker of elektricien. De metaalopleiding Bemetel stond in hoog aanzien en met de elektro-opleidingen VEV werd later samengewerkt met die van Hazemeyer. Oorspronkelijk konden leerlingen na hun opleiding zelf beslissen of zij een baan bij Heemaf wilden aanvaarden of elders een werkkring gingen zoeken.
Heemaf bedrijfsschool 1923 - 1930 (foto HCO Zwolle).
Comments powered by CComment