Net na de Tweede Wereld oorlog maakte de Apparatenfabriek Overijssel (AFO) enige tijd meccanodozen van het merk Elmec. Dit was een groot succes bij de jongeren die interesse hadden in techniek en de dozen waren niet aan te slepen. Ton Werkhoven verzamelt deze bouwdozen en hieronder vind u zijn bijdrage.
Ik las uw verhaal over de Overijsselse Apparaten Fabriek en stuur u bijgesloten een aantal foto's op. Ik ben gepensioneerd docent fotografie en verzamel al een tijdje metaalbouwdozen uit de eerste helft van de 20e eeuw. Het merk Elmec was mij jaren onbekend, totdat ik een doosje tegenkwam op Marktplaats. Intussen heb ik er meer dan een dozijn en daarnaast heel veel reserve onderdelen.
Ik heb er al meerdere motoren mee gebouwd aan de hand van de oorspronkelijke documentatie en besef dat dit Nederlandse product internationaal een unieke positie inneemt. Geen enkel merk heeft zulke bijzondere elektrische metaalbouwdozen geproduceerd als AFO, Maerklin met Elmex en Meccano hadden weliswaar elektrodozen, evenals de firma Kosmos, maar die halen het niet bij Elmec.
De meisjes van de Heemaf wikkelarij uit Zwartemeer (1946-1979)
De wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog zorgde voor veel orders bij de Heemaf en de fabrieken hadden een enorme behoefte aan (kleine) motoren en generatoren. Om die kleine motoren te maken waren wikkelaars nodig en vooral meisjes werden gevraagd omdat die daar gewoon beter in waren. In Hengelo was er een zwaar te kort aan wikkelaarsters, zowel voor als net na de Tweede Wereldoorlog. In Drente waren er voldoende. Rond 1925 haalde men nog grote gezinnen uit Drente naar Hengelo om te werken in de wikkelarij, maar dat zorgde voor oneerlijke concurrentie omdat Hengelose medewerkers werden ontslagen omdat die uit de Drentse veenstreken goedkoper waren. Uiteindelijk ging de politiek en vakbonden zich er ook mee bemoeien. De oplossing was om in Drente een fabriekspand te kopen en daar werd in 1946 de vestiging Heemaf Zwartemeer geopend. Hier werden kleine motoren gefabriceerd door hoofdzakelijk vrouwen en meisjes.
Op 2-12-2020 ontving ik van Piet Gort onderstaande prachtige foto van een aantal dames die als wikkelaars werkten bij Heemaf Zwartemeer uit 1946. Een van deze wikkelaars was zijn moeder (Jantje Douwsma).
Bron: Piet Gort
Binnenkort meer foto's over de Heemaf in Zwarte meer aangezien ik 3 fotoalbums ontving met unieke foto's van dit bedrijf.
Biografie Henri Isaäc Keus (1889-1971) uitvinder, ondernemer, directeur en econoom bij de Heemaf
Ir. Henri Isaäc Keus (1889-1971) is na Rento Hofstede Crull de bekendste directeur geweest van de Heemaf. Hij werkte van 1919 tot 1971 bij de Heemaf en bracht het bedrijf tot grote bloei. Onder zijn leiding groeide de Heemaf uit tot een wereldconcern, met de SKA motor als paradepaardje. De Heemaf bestaat niet meer, maar de producten zijn nog overal ter wereld in gebruik omdat ze bijna onverslijtbaar zijn en met gemak 100 jaar meegaan.
H.I. Keus is in Rotterdam geboren op 11 oktober 1889. Zijn vader had een goed lopende groothandel in kaas en exporteerde vooral naar Frankrijk. In zijn jonge jaren verhuist hij eerst naar Gouda en daarna naar Den Haag. Zijn vader wil dat hij de handel in gaat en het bedrijf voortzet, maar zijn moeder geeft hem technisch speelgoed en stimuleert hem om de elektrotechniek in te gaan, wat dan ook gebeurt. In den Haag doorloopt hij de Bleyenburg HBS om vervolgens in Delft aan de Technische Hogeschool te gaan studeren. In 1913 behaald hij het diploma elektrotechnisch ingenieur en wordt hij assistent bij professor van Swaay.
Hij doet enkele uitvindingen waar hij octrooi op krijgt en hij loopt stage bij Hofstede Crull & Willink, de voorloper van de Heemaf, in Hengelo. Zo leert hij ook Rento Hofstede Crull al vroeg kennen. Na de stage verhuist hij naar Amsterdam en gaat hij korte tijd werken bij het Amsterdamse installatiebedrijf Alberts & Kluft (1914). Zij richten zich op de aanleg en installatie van elektriciteitsnetten.
Einde 1914 wordt hij bij de Heemaf als ingenieur aangenomen in vaste dienst (door Hofstede Crull) en hij gaat wonen in Hengelo (Deldenerstraat, later Grundellaan 23). Bijna gelijktijdig wordt hij opgeroepen voor militaire dienst. Hij krijgt groot verlof omdat de Heemaf hem dringend nodig heeft. De eerste wereldoorlog zorgt bijna voor de ondergang van de Heemaf, financieel gaat het erg slecht en na een interne crisis gaat Hofstede Crull weg als directeur.
In 1919 wordt Keus de vervanger van Hofstede Crull. Hij wordt directeur, samen met Frederik Robert Willink (de neef van mede oprichter Willem Willink). Keus gaat zich bezig houden met technische zaken en de handel, Willink neemt de financiële kant voor zijn rekening.
1-12-1919, zittend tweede van links Keus, midden F.R. Willink. Samen volgden zij Hofstede Crull op. Bron: Museum Hengelo.
Hofstede Crull en zijn eerste elektriciteitscentrales in Borne (1896) en Hengelo (1901) + films (1937)
Elektriciteitspionier Rento Hofstede Crull stond aan de wieg van veel elektriciteitscentrales in Nederland. Tijdgenoot en grondlegger van de elektrotechniek in Nederland, Willem Benjamin Smit had in 1886 in Kinderdijk al de eerste echte Nederlandse elektriciteitscentrale opgericht met 295 aansluitingen, maar Hofstede Crull ging verder waar Willem Smit gebleven was. Vanaf het begin van de oprichting van zijn eerste bedrijf "Hofstede Crull & Willink" in 1894 was hij onophoudelijk bezig met het verkrijgen van concessies om ook zelf een elektrische centrale te mogen bouwen. Hij was een visionair die in 1891 al goed door had dat elektriciteit de wereld zou veroveren en hij was daarin een pionier van het eerste uur.
Centrale in Borne in 1896.
Logo van Hofstede Crull & Willink op een houten kistje van een Duitse Watt meter, gebruikt bij het TCS in 1906.
De elektriciteitscentrale in Borne (B.E.M.) (1896 - 1930)
Vanaf 1896 werden de eerste elektrische centrales gebouwd in Overijssel. Het elektriciteitsnet bestond vooral uit laagspanningslijnen. In 1918 bouwde TCS de eerste bovengrondse hoogspanningslijn tussen Hengelo en Eibergen voor de spanning van 10 kV. Al vanaf 1894 probeerde Hofstede Crull een concessie te krijgen voor een centrale in Borne, dat was ook zijn woonplaats. De plaatselijke industriëlen zoals de Bornse textielfabrikant Spanjaard steunden hem en in 1896 lukte het hem om de gemeente Borne te overreden om te kiezen voor elektriciteit en hij kreeg de concessie. Dat de vergunning in Borne soepel verliep kwam ook doordat de gemeente zelf aandeelhouder werd, de burgemeester en enkele raadsleden waren ook aandeelhouders !
Een transformatorzuil (ook wel trafozuil of peperbus) is feitelijk een transformatorhuisje in de vorm van een reclamezuil. Deze transformatorzuilen verschenen aan het begin van de twintigste eeuw bij de aanleg van elektriciteitsnetten in vele steden als Amsterdam, Den Haag, Rotterdam, Den Bosch en Delft.
De bedenker was een Duitser, Ernst Theodor Amandus Litfaß. In Duitsland (Berlijn) werden deze "Litfaßsäulen" al in 1854 gebruikt als aanplakzuil voor het laatste nieuws en reclame, maar ook om wildgroei met aanplakbiljetten tegen te gaan. De zuilen kregen later een extra functie als telefoonkabelverdeler of transformatorhuisje. In het jaar 1884 plaatste het Duitse bedrijf "der Berliner Elektrizitätswerke AG" het allereerste transformatorhuisje in een zuil. De buitenkant van de transformatorzuil werd verhuurt door het elektriciteitsbedrijf als aanplak ruimte voor affiches waarmee extra inkomsten werden gegenereerd.
Compleet gemonteerde transformatorzuil op betonnen sokkel met uitsparingen voor kabelinvoer en afgenomen omhulsel. (1-12-1914), bron: Historisch Centrum Overijssel te Zwolle.
De transformatorzuil in Nederland De Heemaf stond in 1910 voor het eerst met een transformatorzuil op de Wereldtentoonstelling in Brussel. Rond 1908, dus direct na de oprichting van de Heemaf werd begonnen met de fabricage van transformatorzuilen. De transformatorzuil was de schakel tussen de elektriciteitscentrale en de gebruiker. Het was feitelijk gewoon een schakelkast (gemaakt door de Heemaf) met een kleine transformator (meestal geleverd door Siemens of Smit Transformatoren) die de hoogspanning (3kV) omzette naar een laagspanning (220/127 volt) en dat in een mooi omhulsel (de zuil) die tevens gebruikt kon worden om reclameposters op te hangen. Naast een transformatorzuil stond weer een verdeelkast vanwaaruit de elektriciteitskabels naar de meterkasten in de huizen werd gebracht.
De eerste elektrische wasmachines van Nederland (Vélo) met een elektromotor van de Heemaf (1928) + 2 x FILM
In 1928 bracht het bedrijf "Vélo Waschmachine Maatschappij" de eerste elektrisch aangedreven houten wasmachine van Nederland op de markt en dit verlichtte de werkzaamheden van de huisvrouwen omdat ze niet met hun handen in het water het zware schrobwerk hoefden te doen. Er was natuurlijk nog veel te verbeteren aan deze (semi automatische) wasmachine maar het prototype van de wasmachine zoals wij die nu kennen was gemaakt. Er kwam nog steeds veel handwerk bij kijken. De vrouwen moesten nog steeds het water verwarmen, sop maken, inweken, uitspoelen, mangelen en drogen en als laatste strijken. Verder waren de wasmachines ook te duur voor de gewone man.
Velo reclame rond 1900 (bron: Bas Romeijn).
Heemaf De Heemaf uit Hengelo was in die tijd het grootste elektrotechnisch bedrijf van Nederland en zij werden gevraagd om de was machine van een elektromotor te voorzien en het was proces deels te automatiseren. Concurrenten als EMF Dordt volgden snel met vergelijkbare elektromotoren voor concurrerende merken en vanaf de jaren dertig voorzag de Heemaf ook vele nieuwe wasmachinefabrikanten van elektromotoren. In totaal kende Nederland 14 wasmachine fabrikanten.
Korte historie van de Vélo wasmachinefabriek (1898 - 1973): In 1898 richt Johan Bosch samen met de Amerikaanse Van der Laan een handelsbedrijf op in Rotterdam. Een van de producten die ze invoeren is een patentloze houten wasmachine. De eerste gedachte is natuurlijk dit kunnen wij zelf ook maken. In 1901 gaat de fabriek in een oude boerenschuur van start en zo wordt men de eerste wasmachinefabrikant van Nederland. De zaken gaan zo goed dat men snel moet gaan uitbreiden.
De Heemaf heeft in zijn bestaan zeer veel elektrische producten gemaakt voor de Energievoorziening, fabrieken en consumenten. Hieronder een opsomming en wellicht zijn er nog een aantal vergeten.
Productoverzicht:
Draaistroommachines
Gelijkstroommotoren en –generatoren
Omzetters (bv motorgeneratoren)
Aanzetters en regelaars (bv ster-driehoekschakelaars)
Compartimentenverdeelinstallaties
Schakelborden en schakellessenaars
Telefoontoestellen
Noodstroomaggregaten
Complete elektrische installaties
Elektrische uitrustingen voor kranen, bruggen en sluizen
Elektrische uitrustingen voor tractie (bv locomotieven)
Elektrische uitrustingen voor schepen- en baggervaartuigen
Elektrisch bewogen opbergsystemen (compactus)
Gelijkrichters
Radio/platenspeler.
Stofzuigers
Verlichting voor consumenten zoals schemerlampjes e.d. maar ook industrieel zoals mijnlampen
Electrische kachels
Draaistroommachines Heemaf wordt wereldwijd beroemd door de uitvinding van de S.K.A. motor motor, de Speciaal Kortsluit Anker motor. Toch zijn nog in onze tijd niet alle mysteries rond deze machines bekend. Een elektrische machine is een energie-omzetter, daarbij zet een motor elektrische energie om in mechanische energie en zet een generator mechanische energie om in elektrische. Een klein gedeelte gaat bij de omzetting verloren in de vorm van warmte. Dit probleem dient opgelost te worden om grotere vermogens in kleinere volumes onder te brengen. Bij open machines is dat gemakkelijker dan bij geheel gesloten machines. De vermogens van de machines lopen door verbeterende technieken steeds verder op. 6000 pk S.K.A. motoren zijn bij de Staatsmijnen in gebruik.
Heemaf op een beurs met SKA motoren. Jaartal onbekend.
Gelijkstroommotoren en –generatoren
Verhaal volgt.........
Omzetters (bv motorgeneratoren)
Aanzetters en regelaars (bv ster-driehoekschakelaars)
Bakeliet en Hajaliet. Onder deze en ook gelijksoortige namen is fenolhars bekend. Het is de eerste volledige synthetische kunststof die vele toepassingen kende. Bakeliet dankt zijn naam aan Leo Bakeland, Amerikaans Belgische chemicus (Gent,1863-1944) die na vele experimenten rond 1907 Bakeliet ontwikkelde. Het is een mengsel van fenol en formaldehyde. In december 1909 werd octrooi gevraagd en verkregen en het werd in Duitsland commercieel geproduceerd. Deze ‘thermohardende’ kunststof — plastic dat hard wordt bij verhitting — wordt voor behuizingen van uiteenlopende apparatuur gebruikt en toegepast in de elektrotechniek vanwege zijn isolerende eigenschappen. Heemaf gebruikte het o.a. voor zijn schakelkasten en telefoons en Hazemeyer voor o.a. groepenkasten en de Hajaliet pers.
Bakeliet is een kunsthars product dat onder hoge druk in elke vorm kan worden geperst. De eigenschappen van bakeliet zijn zeer goed, een hoog isolatievermogen en mechanisch zeer sterk. Het stoot vuil af en absorbeert geen vloeistoffen en kan tegen hoge temperaturen. Eigenschappen die voor toepassingen in de elektrotechniek zeer belangrijk zijn. Het werd dan ook spoedig in de elektrotechniek toegepast. Maar ook in radio’s en telefoons. Ook onze oude 78 toeren platen waren van bakeliet.
Na het verlopen van het octrooi gingen veel bedrijven het product gebruiken, maar omdat de naam beschermd was kwamen er namen voor. Bij Philips kwam de naam Philite in gebruik. Ook Hazemeyer ging het kunststof toepassen en ging de naam Hajaliet gebruiken. De Ha staat voor Hazemeyer en de ja voor Jansma van der Ploeg, de beide directeuren van Hazemeyer.
Hieronder 2 films uit ons youtube kanaal, over de elektrische treinen van Heemaf/Werkspoor die vanaf 1925 tot 1932 werden geleverd aan Nederlands Indië en de Nederlandse Spoorwegen.
1924 - proefrit van de treinen voor Nederlands Indië
1924-1932 - Overzicht van de treinen gemaakt door Heemaf / Werkspoor
Bron: Historisch Centrum Overijssel te Zwolle / HHG
Remko Hemmelder stuurde mij eind 2015 prachtig fotomateriaal van zijn opa die vroeger 50 jaar (!) bij de Heemaf gewerkt heeft als tekenaar en administratief- technisch/commercieel medewerker montagebureau. Vandaag de dag komt het niet meer voor dat iemand zo lang bij hetzelfde bedrijf werkt, maar in de jaren twintig van de vorige eeuw was het heel gebruikelijk dat kinderen in de fabrieken kwamen werken waar vaak pa of ma al werkzaam waren en vervolgens werkten ze hun hele leven bij het zelfde bedrijf. Na wat speurwerk kwamen we erachter dat hij op verschillende foto's te zien was op onze website, maar ook in het boek "De Centrale" over 135 jaar elektriciteit in Nijmegen. Zijn opa was ook actief in WO II en zo ontstond dit verhaal opgesteld door Remko.
Cornelis Hendrikus Hemmelder, wordt op 8 januari 1909 geboren in Bussum. Als zijn ouders naar Delden verhuizen, gaat Cor op 14 jarige leeftijd van 22-10-1923 tot 15-8-1926 werken bij de heemaf, op de afdeling Verkoop voor administratieve werkzaamheden. Van 15-8-1926 tot 1-4-1932 werkt hij achtereenvolgens bij de tekenkamer en het montagebureau.
Cor Hemmelder in 1928 als leerling tekenaar bij de Heemaf.
Ongeveer 2,5 jaar als leerling tekenaar respectievelijk tekenaar(foto), en daarna 3 jaar als leerling monteur respectievelijk monteur, om zijn praktisch-technische kennis te vervolmaken. Van 1-4-1932 tot 1-1-1933 werkt hij op de afdeling reclame, voor de daar voorkomende administratieve werkzaamheden.
Impressie van de (oude) tekenkamer bij de Heemaf in 1913. Wanneer Cor Hemmelder hier begin is er niet veel veranderd, zelfs de stoeltjes zijn identiek. In 1938 wordt de tekenkamer flink veranderd en uitgebreid. Bron: Historisch Centrum Overijssel.
Ontslag 31-12 1932 krijgt hij ontslag (foto). Vanwege crisis of te weinig werk, want volgens het getuigschrift (foto) zijn ze erg tevreden over hem. Zo tevreden dat hij juni 1933 weer terug mag komen. Een stukje privé-leven komt hier ook om de hoek kijken, want eind 1930 wordt hij, uitgezonden als monteur voor langere tijd ondergebracht bij een katholieke boer in Uitgeest. Dat was door de pastoor geregeld. 5 april 1931 verloofd hij zich met de jongste dochter, en 31 mei 1934 trouwen ze in Uitgeest.
Jan Weeda stuurde mij onlangs een prachtig overzicht van alle door hem bekende Thomassen motoren die gecombineerd werden met Heemaf en Smit machines.Jan is een oud medewerker van de firma Thomassen (bijna 39 dienstjaren). Hij begon als tekenaar constructeur op de tekenkamer gasmotoren, toen ging hij naar de verkoop nieuwbouw motoren en zuigercompressoren. Daarna heeft hij zich bijna 30 jaar bezig gehouden met alles wat te maken had met de verkoop en engineering van onderdelen voor ombouw van bestaande zuigercompressoren en gasmotoren.
Dat betekende soms hele machines aanpassen, maar ook het vervangen van simpele onderdelen zoals pompen, smeertoestellen, kleine elektromotoren e.d. die niet meer te leveren waren. Op het laatst kende hij heel wat zuigercompressoren en motoren die geleverd waren. Er werden nog wel eens gegevens opgevraagd van oude motoren en zo kwam het overzicht van de Thomassen motoren tot stand.
Eerst een stukje historie over de firma Thomassen.
Als molenaarszoon kwam Geurt Thomassen (1857) uit Arnhem al vroeg in aanraking met techniek. Een molenaar was in die tijd namelijk een allround technicus, die zelf molenstenen behakte, hardhouten tandwielen maakte en te maken had met spekstenen lagers, zwiepende wieken en wisselende winden.Als jongeman werkte hij voor de spoorwegen, waar hij in aanraking kwam met stoommachines.
Rond 1883 besloot hij voor zichzelf te beginnen. In de Rodenburgstraat in Arnhem begon hij een smederij en reparatiewerkplaats. Hij richtte zich op twee vakgebieden waarvan hij het meeste wist: het molenaarsvak en de spoorwegen. Zo maakte hij o.a. bilmachines, waarmee de groeven in molenstenen gekapt konden worden. Hij was ook in staat om stoommachines te repareren en te vervaardigen. Zo kreeg hij ook regelmatig opdrachten van de spoorwegen voor reparatiewerkzaamheden. In 1892 vond Geurt in de persoon van P.W. van Rossum, een familielid van de beroemde Tabaks-fabrikanten, een investeerder. Daardoor kon hij het bedrijf uitbreiden en verhuisde toen naar de Weerdjesstraat 120 in Arnhem. Fabriek Thomassen aan de Weerdjesstraat
Connie Oudshoorn uit Twente stuurde mij een e-mail en 5 mooie foto's van haar vader die tussen 1934 en 1937 bij de Heemaf werkzaam was op de tekenkamer. Wat vooral opvalt is de zeer gedetailleerde beschrijving bij de unieke foto's van de Heemaf. Ik heb de beschrijving (achterkant foto) er daarom direct onder gezet. De namen op de groepsfoto's zijn interessant voor familieleden die het verleden gaan onderzoeken.
Hieronder haar verhaal:
Mijn vader werd geboren op 22 december 1912 in Sneek als laatste kind in het gezin van mijn opa Wouter Thomas Sandstra en mijn oma Sjoerdje Baars. Mijn vader had 2 oudere broers, Thomas Wouter en Sjoerd en een oudere zuster, Sophia. De voornaam van mijn vader werd Jan.
Opa had een goedlopend bedrijfje op het Groot Zand in allerlei lederwerk, annex touwslagerij, terwijl mijn oma de gehele dag vlaggen naaide ! De broers van mijn vader bleken ook handelsmannen, terwijl Thomas de zaak van papa uitbreide met oa. schaatsen, sledes en alles wat maar met de winter en met sport te maken had, vertrok Sjoerd, na het vervullen van de dienstplicht, naar Amsterdam en hij verkocht daar oa borstelwerk. Mijn vader zat op de HTS in Leeuwarden.
De oudere broers ondervonden hinder van hun, typsch friese, als Saanstra uitgesproken achternaam, die in het westen van het land niet werd herkend en steevast met een Z en anderszins verkeerd werd opgepakt. De broers hebben toen bij de Kroon een naamsverandering gevraagd, ook voor Jan, niet voor hun zuster, die was inmiddels getrouwd en voor haar maakte het kennelijk niet uit.
Op 1-8-1928 leverde men vanuit de Heemaf vestiging in Dortmund SKA motoren (25 pk, 750 omw./min) voor de touwweverij van het bedrijf Fa. Grundmann ook uit Dortmund. Hieronder zien we een prachtige foto van deze touwweverij en voorzien van de SKA motoren van de Heemaf.
Heemaf caleidoscoop (1941) Bedrijfsfilm van de Heemaf met beelden van het productieproces en alle afdelingen.
Heemaf
Het vervaardigen door Heemaf in Hengelo van drie enorme elektromotoren voor een nieuw gemaal bij Lemmer (1943) in het kader van de Zuiderzeewerken. Verder nog de bouw van het pompgemaal complex, het inbedrijf stellen van de motoren en de bouw van een dieselgemaal in Urk en het droogmalen van de Noordoostpolder.
Heemaf
Andere tijden - documentaire van Werkspoor (Heemaf) naar de Fyra.
Heemaf
Heemaf- elektrisch aangedreven bruggen kranen en sluizen (1930)